Flexwoningen?

Het college wil 48 tijdelijke (sociale) huurwoningen voor het gemeentehuis plaatsen. Flexwoningen kunnen een goede noodoplossing zijn voor woningnood. Maar het CDA heeft aarzelingen of het plaatsen van flexwoningen op dit moment en op deze locatie verstandig is.

De bouw van de Kersenweide, waar 360 sociale huurwoningen komen, gaat bijna van start. De eerste woningen worden naar verwachting eind 2025 opgeleverd. Is het niet verstandiger om de periode tot dan te overbruggen in plaats van nu tijdelijke woningen te plaatsen? Maar kunnen we wel op de Kersenweide wachten? De wachtlijsten voor huurwoningen zijn heel lang en de gemeente moet bepaalde groepen, zoals statushouders, met spoed aan woonruimte kunnen helpen. Bunnik moet zeker bijdragen aan huisvesting van statushouders, maar kunnen wij deze plicht niet opschorten totdat de woningen in de Kersenweide er staan? Dan halen we onze achterstand straks in.

Of dit realistisch is, hangt af van de aantallen spoedzoekers. Daarom heeft het CDA hier schriftelijke vragen over gesteld. Hoeveel statushouders moesten we de afgelopen jaren huisvesten? Met welke aantallen houdt het college voor de toekomst rekening? Hoeveel sociale huurwoningen zijn er jaarlijks vrijgekomen en hoeveel zijn daarvan aan statushouders toegewezen?

Wij wachten nog op antwoorden. Maar onze inzet is duidelijk: wij willen op dit moment en op deze locatie het liefste geen flexwoningen. Want ook over de locatie hebben we aarzelingen. De flexwoningen zijn geen verfraaiing van de entree van Odijk. De gebruikelijke welstandeisen gelden niet voor flexwoningen. Het is dus begrijpelijk dat omwonenden ontstemd zijn dat hun groene uitzicht straks wordt aangetast. Ook vinden er nu activiteiten voor het gemeentehuis plaats, zoals van de Loopgroep Jong Odijk, die moeten wijken.

Mogelijk dat we gezien de aantallen statushouders en spoedzoekers moeten concluderen dat het niet realistisch is op de Kersenweide te wachten. Het CDA vindt dat we de flexwoningen dan als noodoplossing moeten accepteren, maar dat we dan ook extra investeringen in groene aankleding (gevelbeplanting of aanplant bomen) moeten doen. Ook moeten activiteiten, zoals van de loopgroep, een alternatieve locatie krijgen. Daar gaat het CDA zich hard voor maken.

Rik Aertsen,
Raadslid CDA

Auteur

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *