Het stationsgebied houdt de gemoederen bezig. Niet alleen in de gemeenteraad, maar in de hele Bunnikse gemeenschap. Met elkaar zijn we het er over eens dat het van belang is om woningen te bouwen voor starters en meer betaalbare woningen aan de woningvoorraad toe te voegen. Maar de manier waarop en in welke volgorde, daarover verschillen de meningen sterk.
Het opplussen van het aantal woningen van 500 naar 1000 is niet noodzakelijk om de doorstroming in gang te zetten, in ieder geval niet binnen de ‘Bunnikse woningmarkt’ en voor de Bunnikse woningzoekenden. Dit betekent bouwen voor de regio. 500 woningen op deze locatie zullen in ieder geval meer bijdragen aan een dorps en groen karakter dan de 1000 woningen die nu zijn ingetekend. Het enige groen in de wijk is de kersenboomgaard die verplaatst gaan worden.
En hoe wenselijk is het überhaupt om zo dicht bij de snelweg en het spoor te bouwen? De GGD heeft haar normen onlangs verlaagd, waarbij de luchtkwaliteit op een afstand van 150 meter tot de snelweg als ‘ongezond’ wordt beschouwd. Daarnaast veroorzaken spoor en snelweg de nodige geluidsoverlast. Een deel van dit project ligt nog altijd binnen deze 150 meter vanaf de snelweg en binnen enkele meters van het spoor. Dan kun je spreken over een ‘groene omgeving’, maar ‘gezond’ is dit zeker niet.
We horen en lezen over ondernemers die zich niet gekend voelen in deze plannen, die zich afspelen op de plek waar zij hun bedrijf hebben zitten. Ondernemers die in onzekerheid zitten over de toekomst van hun bedrijf. Anderzijds geeft het college aan met dit plan de werkgelegenheid voor Bunnik te willen behouden. Gaat dit dan echt enkel om de BAM?
Mochten we het project echt doorgang willen laten vinden, zouden we niet eerst moeten nadenken over de alternatieve locatie die we de bedrijven willen bieden binnen onze gemeentegrenzen? Als we eerst aan de slag gaan met een bedrijventerrein ten zuiden van de A12, ter hoogte van de bestaande afslag, dan hebben we ruimte om te gaan schuiven.
Uiteindelijk noemde de wethouder het vaststellen van de gebiedsvisie vooral een stip aan de horizon. Laten we er vooral voor waken dat we alle belangen en belanghebbenden in de gaten blijven houden. En hen ook een concrete stip aan de horizon bieden. Niet blijven dromen, maar realistisch en concreet zijn! En niet een stedelijke skyline gaan formeren, maar passend bij de Bunnikse omgeving gaan bouwen.
Maarten van Vulpen
Fractievoorzitter, CDA Bunnik